De rode draad
Breien en borduren heb ik van mijn grootmoeder geleerd. Zij bracht mij de liefde voor textiele werkvormen bij: de rode draad in mijn leven.
Daarom was het voor mij vanzelfsprekend dat ik de kleding van mij en mijn dochter zelf ontwierp en maakte. Daarnaast ontwierp en breide ik voor mijn dochter poppen. Deze laatste werden ook buiten mijn gezin zo populair dat ik voor het maken de hulp van anderen moest inroepen. Zo ontstond het Textielatelier Marie-Ghislaine.
Intussen rondde ik de opleiding ‘patroontekenen, costumière’ af, en gaf les volgens de Rundschaumethode.
Voor mijn artistieke ontwikkeling volgde ik in België de opleiding ‘Monumentale Kunst’ aan de kunstacademie in Arendonk. Later heb ik, eveneens in België, de opleiding ‘Tekenen’ aan de Tekenacademie te Neerpelt afgerond.
Via cursussen en workshops heb ik me steeds verder bekwaamd in quilten en naaldkant. Steeds meer kwam de nadruk te liggen op het ontwerpen en het maken van quilts in opdracht.
Mijn quilts vinden hun weg tot ver in het buitenland: van Noorwegen tot in Canada.
A stitch in time
My grandmother taught me knitting and embroidering. She instilled in me an enduring and still growing love for textile art.
I used to design and create my own and my daughter’s clothing. For my daugther I also used to design dolls, which gained such widespread popularity that I saw myself relying on outside help to satisfy demand. Setting up a textile studio seemed the next logical step.
Meanwhile I completed my studies in pattern and costume design and taught classes in the Rundschau Method.
At the Arendonk Academy of Arts and later at the Neerpelt Academy, both in Belgium, I honed my drawing and design skills. I also took a great many classes in quilting and needlepoint to further improve my technique and expertise.
Demand for my creations increased, and my quilts found ready buyers in The Netherlands as well as in other countries, such as Norway and Canada.